Laatste loodjes voor aanleg riolering wegen het zwaarst “Koppel financiering van rioolbeheer aan beoogd resultaat”

De financiering van rioolbeheer is gekoppeld aan projecten. Dat kan efficiënter, vindt AquaFlanders, de federatie van de Vlaamse waterbedrijven en rioolbeheerders. “We pleiten ervoor om de financiering te koppelen aan de beoogde resultaten en die afspraken vorm te geven in rioolcontracten tussen Vlaanderen, de rioolbeheerders en gemeenten. Zo kunnen we sneller schakelen om de zuiveringsgraad in Vlaanderen op te trekken”, stelt algemeen directeur Carl Heyrman, naar aanleiding van de reportage van Pano (VRT) die op woensdag 4 november uitgezonden wordt.

De voorbije drie decennia voerde Vlaanderen een flink inhaalmanoeuvre uit op vlak van rioolbeheer. In de jaren ’90 noteerden we nog een zuiveringsgraad van 20%. Anno 2020 ligt die op 85%. De zuiveringsgraad is het percentage van de inwoners waarvan het afvalwater gezuiverd wordt in een openbare rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI).

Financiering op doelstellingen

“Op dit moment maken we in Vlaanderen werk van het optrekken van de zuiveringsgraad tot 100%, maar die laatste 15% zijn ook de duurste. We pleiten ervoor om de financiering te koppelen aan doelstellingen en niet aan projecten, zoals vandaag gebeurt”, aldus Carl Heyrman. Door een aangepaste financiering op doelstellingen krijgen de gemeenten en rioolbeheerders meer flexibiliteit om te kiezen welke projecten ze wanneer uitvoeren om deze doelstellingen te realiseren. Als er om een of andere reden een project blokkeert, kan dit vervangen worden door een ander project dat een vergelijkbaar resultaat genereert. Dit principe staat ook in de mededeling die minister van Omgeving Zuhal Demir op 25 september 2020 formuleerde aan de Vlaamse regering. “Die afspraken op doelstellingen kunnen we vormgeven in rioolcontracten tussen Vlaanderen, de rioolbeheerders en de gemeenten. Die contracten kunnen dan gehandhaafd worden”, vult Heyrman aan.

“De lintbebouwing en verspreide bebouwing in Vlaanderen maken rioolbeheer erg duur. Dit zorgt er ook voor dat er soms grote verschillen zijn tussen de gemeenten wat betreft de zuiveringsgraad en de rioleringsgraad.”

Carl Heyrman, algemeen directeur AquaFlanders

Investeringen

Het duurt in Vlaanderen gemiddeld zeven jaar voor een rioleringsproject gerealiseerd is. “Onze leden - de rioolbeheerders en gemeenten – en partners in het waterbeleid ijveren voor het inkorten van deze doorlooptijden”, aldus Heyrman. Ook Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir heeft hiervoor reeds acties opgestart.

Rioolbeheerders en gemeenten plannen om in de periode 2020-2024 een totaal van 3,4 miljard euro te investeren in werken voor een betere waterkwaliteit in onze rivieren en een beter regenwaterbeheer. Dit is 1,1 miljard euro meer dan in de periode 2014-2018. Bovendien plannen de gemeenten een bijkomende investering van 5,78 miljard euro in werken voor een kwaliteitsvol openbaar domein. Dat blijkt uit het rapport ‘Financiële cijfers rioolbeheer in Vlaanderen 2017-2018’ van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en uit de meerjarenplannen van de gemeenten. Volgens AquaFlanders vertaalt zich dit in de aanleg en heraanleg van ongeveer 2.300 km wegenis met riolering in de komende 5 jaren.

Historische achterstand en soms grote verschillen

Volgens recente cijfers van het Agentschap Informatie Vlaanderen en kaartmateriaal van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) situeert zo'n 25 procent van de woningen zich in lintbebouwing en nog eens 8 procent in verspreide bebouwing. “Dat maakt rioolbeheer in Vlaanderen erg duur”, stelt Heyrman. Zo is het voor kleinere gemeenten met een verspreide bebouwing verhoudingsgewijs een pak duurder om riolering aan te leggen dan in grotere steden. Vlaanderen en de gemeentelijke rioolbeheerders hanteren dan ook een stelselmatige uitbouw van de meest efficiënte projecten, vaak in kernen met veel vuilvracht (d.i. de hoeveelheid verontreinigende stof per kubieke meter water). Bovendien volgt de aanleg en aansluiting van de gemeentelijke riolering ook de stelselmatige uitbouw van nieuwe collectoren in Vlaanderen. Deze collectoren staan in voor het transport van alle ingezamelde afvalwater naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. De plaatsing van deze collectoren gebeurt niet willekeurig. “De logica wil dat er eerst afwaarts aan het lozingspunt op de waterzuiveringsinstallatie collectoren geplaatst worden en dat het netwerk nadien opwaarts verder uitgebouwd wordt. Zo vloeien de bijkomende lozingen onmiddellijk naar de waterzuiveringsinstallatie. Telkens er een nieuwe collector aangelegd wordt, gaat de betrokken gemeente aan de slag met de aanleg van nieuwe riolering of het aansluiten van bestaande riolen op de nieuwe collector. Dit zorgt ervoor dat er soms grote verschillen zijn in de rioleringsgraad (d.i. de verhouding van het aantal inwoners van een gemeente dat een riolering voor de deur heeft ten opzichte van het totaal aantal inwoners) en zuiveringsgraad van gemeenten die al een collector op hun grondgebied hebben ten opzichte van andere gemeenten waar er nog maar net een collector is aangelegd of waar er één gepland staat”, verduidelijkt Heyrman.